Retoucheren van een schilderij
Retoucheren is het aanvullen van een lacune in de verflaag. Het is een behandeling die valt onder restauratie. Want het is een latere toevoeging aan het schilderij. Wanneer retoucheert de restaurator een schilderij? Bijvoorbeeld wanneer een verflaag door een of andere reden is beschadigd. Hierdoor is er verlies van structuur en kleur ontstaan. Toch kan ook de kunstenaar een retouche uitvoeren. Soms neemt een schilder zijn schilderij in een later stadium weer ter hand. Dan is dit ook een vorm van retoucheren
★neem contact met ons op★
Waarom retoucheren
Nu kan dit verlies een storende plek veroorzaken in de voorstelling. Stel je ziet een abstract geometrisch schilderij met grote kleurvlakken, geel, rood, wit en zwarte randen En in een egaal geel veld is een sleetse of beschadigde plek waar witte puntjes zijn te zien. Dan zal dit zeker in het oog springen. Het verstoort het leesbeeld van de voorstelling. Een ander voorbeeld is een landschap waar een lacune in de verflaag in de lucht is ontstaan. Dan zal hierdoor direct het perspectief zijn verstoort. Tevens trekt het oog direct naar deze plek. Dit zijn wel oorzaken die verholpen kunnen worden. Een mooi voorbeeld is het retoucheren van het schilderij door Salomon Mesdach. Het hangt op de tentoonstelling Dit is Zeeland. Helaas niet alle ‘schades’ zijn te verhelpen. Instabiel pigmenten die zijn verbleekt en verkleurd, zijn helaas onomkeerbaar.
Voorbeelden van retoucheren
Bij een totaal verlies is eerst een vulling op de lacune nodig. En dan de gevulde lacune retoucheren. Een ander voorbeeld is niet het verlies van de totale verflaag, maar van de toplaag. Hoewel de voorstelling nog steeds zichtbaar kan zijn maar vager en niet volledig. Dan kan de restaurator overwegen om hier lokaal de originele verflaag aan te vullen.
Onzichtbare retouches
Een retouche mag niet opvallen. Daarom moet de kleur gelijk zijn als het schilderij. Echter de vulling moet ook de juiste structuur hebben. Tot slot is het belangrijk dat de glans goed is. Zodoende kan een retouche geheel onzichtbaar worden. Met UV licht is het mogelijk deze ‘onzichtbare’ retouche ‘zichtbaar’ te maken. Want een retouche heeft een andere fluorescentie dan de originele verflaag.
Reversibiliteit in restauratie
Echter de reversibiliteit is en blijft belangrijk. Dit geldt zowel voor de oude meesters als voor moderne kunst. Bij olieverf schilderijen zal er nooit direct op de originele verflaag worden geretoucheerd. Altijd is er een tussenlaag, die de toevoeging van het origineel zal scheiden. Bij een olieverfschilderij is dit meestal een vernislaag. Indien een olieverfschilderij niet is gevernist is er altijd de keuze voor een ander medium.
Retoucheerverven en medium
Een ander aspect van reversibiliteit is de keuze van het medium en de pigmenten. Vanzelfsprekend is dat de pigmenten stabiel zijn en niet verkleuren. Dit geldt ook voor de keuze van het medium. De restaurator heeft een ruime keuze aan media en retoucheer verven. Echter een retouche in olieverf is niet aan de orde, aangezien deze zal nadonkeren door de aanwezige lijnolie. Ook is deze nadien moeilijk te verwijderen. Maar de meeste synthetische of half synthetische media zijn stabiel. Synthetische harsen zoals ethylacetaat, urea-aldehyde hars of een polymeer bestaande uit 2-ethyl-2oxazoline. Daarbij horen merknamen als Mowilith, Laropal A81, Aquazol. Ook zijn er kant en klare retoucheerverven met namen als Gamblin Colors, Gamblin Pigmented Wax Resin Sticks, QoR, Paraloid Chips en Maimeri. Echter ook ‘reguliere’ kunstenaars verf zijn toepasbaar als retoucheerverf. Zo is er gouache, acryl en aquarel. Dan wel de A kwaliteit van de merken Smincke, Lascaux, Golden, Talens, Oud Holland en anderen.
De keuze voor de retoucheerverf
Glans, structuur en textuur, transparantie, zijn eigenschappen van verven waarmee de restaurator tijdens het retoucheren rekening houdt. Namelijk deze eigenschappen bepalen mede de keuze voor het middel. Toch ook hier is er altijd de mogelijkheid om door toevoeging van vulmiddelen en matterings-glansmiddelen het product aan te passen. Krijt, kaolien, marmerpoeder, glas poeder korreltjes in diverse micro maten. En dit is niet een volledige lijst.
De techniek van het retoucheren
Het retoucheren gaat in streepjes, stipjes, glaceren, laag op laag of juist in een enkele laag. Iedere schilderij vergt een andere aanpak. Vrijwel altijd met kleine penselen uitgevoerd. Penselen met een goede punt. Hier kiest de ene restaurator voor penseel met een lange punt en de ander voor een korte punt. Zeker is dat de kwaliteit van het penseel heel belangrijk is. Meng niet meer dan drie pigmenten, dat houdt de kleur zuiver. Zeker is; er leiden altijd meerdere wegen naar de juiste kleur en laagopbouw. Iedere restaurator heeft een persoonlijke voorkeur. De ervaring van het vele doen en het vooraf testen, blijft de basis voor het slagen van een retouche.
★neem contact met ons op★
Zie ook