Menu

Kunstenaarsinterview

Het kunstenaarsinterview en samenwerking

het kunstenaarsinterviews

Bij een kunstenaarsinterview en samenwerking verzamelt de restaurator de verhalen van de kunstenaar over zijn technieken, de materialen, en zijn geschiedenis. Want het interview heeft als doel informatie vinden over de techniek en de materialen die de kunstenaar gebruikt.  Ook wil de restaurator graag waarom hij in bepaalde perioden voor deze materialen koos.

Het gesprek

Het belang van kunstenaarsinterviews is om te weten te komen hoe de kunstenaar de schilderijen heeft gemaakt. Daarom wordt er ook uitvoerig gesproken over het prepareren van doeken. Maar ook over de schildertechniek en de keuze voor afwerklagen. In een kunstenaarsinterview vertelt de kunstenaar over de intenties die hij in het werk legt. Op deze manier legt het interview de gedachte van de kunstenaar vast. Hiermee kan de restaurator genuanceerder de schilderijen restaureren. Momenteel gaat de interesse van Marjan de Visser vooral uit naar informatie over acrylverf schilderijen. Dit in het kader van het vergroten van haar kennis over acrylemulsie verven.

Interview met kunstenaar Bob Bonies

De kunstenaar Bob Bonies werkt al vele jaren met acrylverf. Hij leverde waardevolle informatie over deze verf en haar toepassingen in zijn kunstenaarspraktijk. Ook voor studenten van de Universiteit Conservering en Restauratie Moderne kunst is de kunstenaarspraktijk een bron van informatie en kennis delen. Aangezien Bob in de zelfde wijk als Marjan woont, zijn is een kunstenaarsinterview makkelijk geregeld.

Het kunstenaarsinterview en samenwerking
Bob Bonies -Verschoven rechthoeken 1964- Stedelijk Museum Schiedam

Kunstenaars kunnen gratis een interview aanvragen.

samenwerkingsprojecten met kunstenaars

Just Quist

Ook samenwerkingsprojecten met kunstenaars leveren veel achtergrond informatie op.

Het kunstenaarsinterview en samenwerking

Een mooi voorbeeld van het kunstenaarsinterview en samenwerking is het project met Just Quist. Samen met deze kunstenaar heeft Marjan de Visser een schilderij dat scheluw was geworden op een nieuw aluminium raamwerk gezet. Voorafgaand en tijdens het werk wordt gesproken over de intenties van de kunstenaar en zijn werken..

het kunstenaarsinterview

Jaap van den Ende

Het kunstenaarsinterview en samenwerking

Met Jaap van den Ende spreekt Marjan de Visser ook met regelmaat over zijn techniek. Hij vertelt over hoe hij kleuren mengt en over de uitstraling van de verfhuid en waarom hij zijn schilderijen vernist. Dit is waardevolle informatie die niet verloren mag gaan. Ook dit wordt vastgelegd.

Jaap is zich tijdens het mengen van de verschillende kleuren olieverf bewust van de verandering van kleur –het nadonkeren van de olie- tijdens het drogen. Hierop anticipeert hij tijdens het mengen. Volgens eigen zeggen kan hij feilloos een kleur opnieuw mengen, met inbegrip van het nadonkeren. Voor hem is het mengen een zeer secuur en belangrijk onderdeel van zijn beeldtaal.

Een ander belangrijk onderdeel is het vernissen van zijn schilderijen. Tijdens het werken ontstaan er door de gebruikte techniek van ‘droge lagen over elkaar heen aanbrengen’ een patroon van licht en donkere partijen. Dit maakt voor hem geen onderdeel uit van de beeldende werking van het schilderij. Al zijn werken vanuit de jaren 80 van de 20e eeuw tot heden behoren te worden afgewerkt met een laag vernis, die er voor zorgt dat het werk een egale ‘overall’ glans verkrijgt. Dit is een zacht glanzende vernislaag.

Kunstenaarsinterview

Daan van Golden

Ook Daan van Golden was actief betrokken bij een conservering en restauratie project van een schilderij uit de collectie van het Stedelijk Museum Schiedam. Tijdens de werkzaamheden is de kunstenaar geraadpleegd in een kunstenaarsinterview en samenwerking. Ook heeft hij een bezoek gebracht aan het atelier tijdens de werkzaamheden en zijn gedachtes gedeeld over hoe zijn werken eruit moeten zien. Hij is van menig dat zijn schilderijen zo zuiver mogelijk moet blijven. Indien een schilderij te zwaar beschadigd is, dient het te worden vernietigd. In het geval van “de rode studie” uit 1982 heeft hij de keuze voor restauratie goed bevonden.

Peter Struyken

Het kunstenaarsinterview en samenwerking

Kunstenaar    Struycken Peter

(Den Haag, 5 januari 1939)

Voorstelling    De wetmatige beweging, geometrisch abstracte compositie in zwart/wit.

Formaat          50x50x1,5cm

Techniek         lak op meubelplaat.

Datum            jaren 60 van de 20e eeuw.

Informatie over het object

De voorstelling bestaat uit vier zwarte banen op een wit fond. Aan de bovenzijde is een zwarte horizontale baan aangebracht, twee diagonale zwarte banen vanuit de linker bovenhoek naar midden onder en rechter onderhoek en een vierde baan vanuit de linker onderhoek naar rechtszij boven.

Het object is gemaakt van een meubelplaat  v, waarvan de voorzijde als de vier zijkanten zijn beschilderd. Als eerst is de witte laag aangebracht waarover de zwarte banen zijn gezet hierbij is tape gebruikt om af te plakken. De lak bestaat uit een cellulose lak van ICI, en is met de lagedruk spuit opgebracht.

Door het vochtige klimaat op Curaçao heeft de lijm waarmee de meubelplaat is gemaakt los gelaten en is de verf gecraqueleerd. Hierbij is de bovenste laag van het geschilde hout kromgetrokken en heeft los gelaten in de  hoeken.

Naast de veroudering van de verf en de benoemde craquelé heeft het werk ook andere beschadigingen opgelopen: sleets, verfverlies en is het zeer vuil. Opmerkelijk is dat het hout niet is aangetast door termieten.

Specifieke informatie over het object door de kunstenaar

Omdat meubelplaat werkt, heeft hij het procédé daarna gewijzigd en bij de volgende versies de platen met watervast hardboard beplakt. Hiervan zijn de twee andere werken vervaardigd. Voor het vervaardigen van de werken beplakte hij het board om scherpe lijnen te verkrijgen.

In het kunstenaarsinterview met Peter Struyken op Curacao in 2009 vertelt Peter dat hij de craquelé in de verflaag en het hout als “storend” ervaart, maar “het verstoort het werk niet”. Het werk is het ‘idee’. Hij vind de schade minder erg dan gedacht.

De cellulose lak is vervaardigd door ICI (Imperial Chemical Industries PLC). (Dit bedrijf werd 2 januari 2008 overgenomen door AkzoNobel)

In de hoekjes van het werk, aan de zijkanten zit een zwart/wit blokje. Dit is een ‘niet bedoelde oplossing’. Het is geen extra detail, want: “Knipogen doe je in de kerk, niet in de kunst”.[4]

De gebruikte lakken zijn gekozen om de hoge verzadiging van pigmenten, dit was wenselijk en werden ook bij de werken met rode en gele composities gebruikt. De verzadiging verschilt per kleur.

algemene informatie  door de kunstenaar

Dit werk is het eerste uit de serie van drie in zwart wit, het is het ‘proefmodel”. Daarna zijn er twee objecten gemaakt beide in een andere maat.  Het eerste was 100x100cm en daarna werd er een kleine van 90x90cm gemaakt. Tezamen met het werk van Bloemhof van 50x50x1,5cm zijn er drie werken alle met hetzelfde motief.

Het Centraal Museum heeft momenteel het grootste werk in bezit. Dit werk van 100x100cm  met inventaris nummer 14147 werd geschonken in 1963 door Rietveld. De kleinere versie van 90x90cm (het kopie)  werd gemaakt in opdracht van mevrouw Schröder, en deze hing in het Rietveldhuis. De erven Truus Schröder hebben het werk in bruikleen gegeven in 1988 aan het Centraal Museum inventaris nummer 26168. Momenteel is dit niet meer daar aanwezig, vermelding ‘weg’.

Deze werken uit de jaren 60 werden niet ingelijst, zijn later werken wilde de kunstenaar wel ingelijst hebben.

Dit was een geweldig kunstenaarsinterview helaas kwam er geen samenwerking uit voort.


Pieter Laurens Mol

het kunstenaarsinterview

Pieter Laurens Mol leverde ook de benodigde informatie tijdens het behandelen van zijn schilderij ‘De Lokroep’ van hem dat beschadigd was geraakt. Het contact met de kunstenaar was per mail maar de kwaliteit van dit kunstenaarsinterview werd er niet minder door. Lees hieronder zijn reactie die ik belangrijk vind om te delen met collega’s.

reactie van de kunstenaar

Zéér bedankt voor het toezenden van de restauratie-werkzaamheden en resultaten in de vorm van een uitvoerige conserveringsverslag met betrekking tot ‘De Lokroep’. Dank voor de zorgvuldig overwogen aanpak, ik kan niets anders zeggen dan dat de uitkomst beslist goed oogt. 

Voor de goede orde en ter ondersteuning van een “verrijkt beeldprofiel” tav het oorspronkelijke probleem, wil ik echter hierbij toch nog graag enkele aanvullende opmerkingen over het materialen maken:  

Specifieke informatie over het object door de kunstenaar

als kunstschilderspigment is het pure loodmenie (in de late negentiende eeuw zo vaak onder de kenners grappig genoeg ‘zonsondergangenrood’ genoemd) in onze moderne tijd volledig vervangen door nieuwere producten die de algemene kleurwaarde uitstekend konden vervangen en die vele malen stabieler zijn. 

Toch had ik gegronde redenen om het ‘echte’ loodmenie te gebruiken en ik noem er enkele: 

loodmenie 1

1/    de notie van de chemisch giftige geaardheid. 

2/    het ‘optisch’ giftige karakter (de vigilante, waakzame, alarmerende kleurwaarde) 

3/    het aarde-gebondene, het complementair zijn aan het hemelsblauwe / de kleurpsychologische waarde. 

4/    de preservatieve waarde als lood derivaat (en zo maakte ik dus een waar ‘saturnine’ schilderij) 

5/    het zeer vroege, klassieke pigment – het latijnse ‘minium’ (exclusief voor deze stof en ons begrip ‘miniatuur’ is hier van afgeleidt men spreekt nu ook wel van ijzermenie, maar dit is vertekenend en feitelijk onjuist)

loodmenie 2

Goed, de verf die ik heb toegepast is een eigen menging van diverse oorsprong; vermoedelijk op basis van het merendeel bestaand uit technisch zuivere pigmenten (ouderwetse industriële menie) en chemisch zuivere pigmenten als kunstschilderspigment (inmiddels ook ouderwets te noemen en uit de handel genomen …) Op de lange termijn is het haast onmogelijk te weten hoe zo’n experimenteel mengsel zich zal gaan gedragen. De algemene gesteldheid op zich is sowieso onvoorspelbaar, we weten allemaal dat loodmenie onstabiel is …! Ik heb het over de jaren heen soms zien wegdraaien naar een wonderlijk “pale pink” maar ook weleens  zien nadonkeren tot een mysterieus verdoofd grijs … . Ik maak gebruik van loodmenie sinds de vroege jaren tachtig. Het hangt er dus allemaal vanaf; in veel situaties is het – zoals in mijn geval – na zo’n 25 jaar nog harstikke OK. Een kunstwerk is een levend product nietwaar; ik heb vrede met veranderlijkheid en doorgaans verwelkom ik ook de lichte verschuivingen van karakteristieke hoedanigheden eigen aan het toegepaste materiaal waarmee natuurlijk tevens ook de particuliere berichtgeving/expressie verschuift als intrinsieke, conceptuele gesteldheid. 

Kortom, ik ben me bewust van de mogelijke tekortkomingen, accepteer die onzekerheid volkomen en treed dit alles met open armen tegemoet.

restauratie toekomst

Tussen ons gezegd hebben we uiteraard niet van doen met een kleine ‘Goldreyer story’ en als ik zo de foto’s van de restauratie bekijk ziet het er goed uit, maar de toevoeging van hoogwaardige producten op een originele grond en basis met zo’n laag profiel, daagt ons wél uit en stelt ons voor een nieuw, onbekend raadsel wat de effecten in de toekomst aangaat! 

Sommige littekens zijn behoorlijk sexy; ik ben benieuwd!

Met een hartelijke groet van , Pieter L. Mol

★ Mijn kennis van schilderijen en de liefde voor restauratie in het algemeen deel ik graag met collega’s en opdrachtgevers ★

Share on social media

Inhoudsopgave

Follow Us

Laatste post

Interview Blijtijds

Voor het magazine Blijtijds ben ik door freelance journalist Marjolein de Jong geïnterviewd voor de herfst-editie van 2024 met als thema ‘kunst op zoek naar een restaurator’. Het artikel heet ‘Blijmaker’ en met de titel ‘het schilderij is een deur

lees verder »

Arthur Brand redt Lentetuin

Arthur Brand redt Lentetuin uit handen van de onderwereld! Het is te danken aan de recherche van Regionale Eenheid Midden-Nederland en Arthur Brand dat Lentetuin, geschilderd door Vincent van Gogh in 1884, weer terug is in het Groninger Museum.  Behind the

lees verder »

Jacob Por in Agathakerk

Jacob Por maakte deze plafondschildering op het tongewelf van de Agathakerk (Agathatsjerke) in Oudega in 1922. De tijd waarin de Ploegschilders door het Groninger land trokken en rond Blauwborgje hun kleurrijke expressionistische schilderijen schilderden. En ook de tijd waarin opgravingen

lees verder »

Openluchtmuseum het Hoogeland

Familie Louis Trip Het Openluchtmuseum het Hoogeland heeft van de Familie Trip een schilderij in bruikleen.  Het is Louis Trip die samen met zijn vrouw Christina voor de Warffumborg staan. Daarbij zijn ze omringd door hun kinderen in allegorische kleding

lees verder »